Elle lachte, maar rilde ook toen ze geraakt werd door een sneeuwbal en de sneeuw via haar sjaal haar nek in gleed. Snel sprak ze - gelukkig geluidloos - een spreuk uit, zodat ze geen last zou hebben van de koud. 'Je hoort aan mijn kant te staan, Noah!' lachte ze en maakte zelf ook enkele sneeuwballen, die ze naar Noah toe gooide. Omdat ze beiden geen aandacht meer besteedden aan de jongetjes, gingen die weer verder met hun sneeuwpop. Elle knikte instemmend met een klein glimlachje. 'Ja, ik ben blij dat ik van die extreme onzekerheid en verlegenheid af ben. Ik zat mezelf vroeger zo erg in de weg, ik had zoveel dingen kunnen bereiken. En ja, ik dacht altijd dat we er eens voor in de problemen zouden komen, terwijl het zo onschuldig als wat was.' Ze veegde wat sneeuw van haar jas af en ging lachend verder met sneeuwballen gooien.